Aanpassingen Aangifte van Werken voor stortklaar beton

Sinds 1 april 2019 is het toepassingsgebied van art. 30bis van de wet van 27 juni 1969 uitgebreid met de pure levering van stortklaar beton. Ondernemingen die stortklaar beton leveren zónder het te plaatsen (denk aan betoncentrales, bezorgers, pompisten) moeten dus in de Aangifte van Werken opgenomen zijn. Ook de aanwezigheidsregistratie (Checkinatwork) is van toepassing als de betrokken werf het drempelbedrag bereikt.

Om logistieke redenen kunnen de betoncentrales de gegevens van de onderaannemers, waar zij een beroep op doen, pas op het laatste moment meedelen. Na overleg met de sector zijn dan ook een paar aanpassingen aan de Aangifte van Werken tot stand gekomen.

Nieuwe functionaliteit

Sinds 1 januari 2022 kan de aangevende aannemer in de Aangifte van Werken potentiële onderaannemers selecteren in een lijst op maat van elke betoncentrale en haar vestigingseenheden (postcode). Heeft de betoncentrale alle nodige gegevens verstrekt, dan kan de aangevende aannemer de onderaannemer (vaak de leverancier) nauwkeurig aangeven.

Praktisch gevolg

Als de aangevende aannemer de lijst gebruikt om de onderaannemers van een betoncentrale aan te geven, zal de realiteit op het terrein waarschijnlijk niet overeenstemmen met de Aangifte van Werken. Toch wordt de aangifte zo aanvaard: de gegevens zullen gekruist worden met de aanwezigheidsregistratie in Checkinatwork om te bepalen welke onderaannemer en werknemers de werken daadwerkelijk uitgevoerd hebben.

Vragen hierover en lid van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen?
Neem dan contact met ons op.