Bevoegde ministers scheppen duidelijkheid over begrip "grensarbeider"

Omdat sinds de invoering van de strengere regels met betrekking tot professionele reizen van en naar rode zones, door de verschillende COVID-infowebsites en -callcenters onduidelijk of zelfs tegenstrijdig gecommuniceerd werd over de groep “grensarbeiders”, heeft de Confederatie Bouw bij een aantal ministeriële kabinetten aangedrongen op een duidelijk en vooral eenduidig standpunt. Dat hebben we nu ontvangen en we zetten de belangrijkste elementen op een rijtje.

Eerst en vooral herhalen we nog eens de ruime “coronadefinitie” van het begrip grensarbeider: “een werknemer die arbeid in loondienst verricht in een EU-lidstaat maar in een andere lidstaat zijn woonplaats heeft, waarnaar hij in de regel dagelijks of minstens 1 keer per week terugkeert”. Cruciaal is dat er - ook bij grensarbeiders - wel degelijk rekening gehouden wordt met de fameuze grens van maximaal 48 uur op buitenlands of Belgisch grondgebied te hebben verbleven.

• Een grensarbeider die meer dan 48 uur op het andere grondgebied vertoeft, moet zowel een verklaring op eer als een PLF (mét vermelding van de 10-cijferige Business Travel Abroad-code!) invullen en op zak hebben. Om te kunnen bewijzen dat het wel degelijk om een professionele verplaatsing gaat. Wat betekent dat zijn werkgever dus éérst een BTA moet aanvragen. Dat was een van de punten waarover verwarring bestond.
• Een grensarbeider die maximum 48 uur in het ander land verblijft, heeft voldoende aan een verklaring op eer.

We ontvingen ook de bevestiging dat de volledige groep grensarbeiders die dagelijks of wekelijks de structurele pendel maken tussen hun woonplaats en hun buitenlandse plaats van tewerkstelling, vrijgesteld is van de verplichte dubbele test en quarantaine. Tenzij ze uiteraard COVID-19-symptomen zouden vertonen. In dat geval moeten ze bovendien zo snel mogelijk een arts raadplegen.

Vragen hierover en lid van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen?
Neem dan contact met ons op.