Rustdagen
In de bouwsector wordt de arbeidsduurvermindering gerealiseerd via het toekennen van 12 rustdagen per jaar. Op die manier wordt de effectieve wekelijkse arbeidsduur, die nog steeds 40 uur bedraagt, op jaarbasis teruggebracht tot 38 uur ¹. Het gros van de rustdagen wordt traditioneel tijdens de eindejaarsperiode vastgesteld.
Tijdens de 12 rustdagen geldt er een principieel verbod tot tewerkstelling. Zowel voor bouwvakarbeiders, bedienden, leerlingen als uitzendkrachten. Op dat verbod bestaan er wel enkele uitzonderingen.
In ieder geval kan werken tijdens inhaalrustdagen nooit gerechtvaardigd worden omdat een uitvoeringstermijn moet nageleefd worden
Uitzonderingen op het verbod tot tewerkstelling
1. Wanneer zondagsarbeid toegestaan is
Wanneer arbeid op zondag is toegestaan ². Het gaat hierbij om:
- Toezicht op de bedrijfsruimte
- Schoonmaak-, herstel- en onderhoudswerken voor zover deze werkzaamheden nodig zijn om de voortzetting van het bedrijf te verzekeren. Of werkzaamheden die nodig zijn om de hervatting van het bedrijf na de sluitingsperiode mogelijk te maken (bijvoorbeeld schilderwerken in een school tijdens de kerstvakantie).
- Arbeid om een ongeval op te lossen of een dreigend ongeval te voorkomen (bijvoorbeeld strooiwerkzaamheden op de wegen of het herstellen van een beschadigd stuk wegdek wanneer dit niet kan uitgesteld worden).
- Dringende arbeid aan machines of materieel en arbeid die door een onvoorziene noodzaak wordt vereist
- Arbeid om beschadiging te voorkomen van grondstoffen of voortbrengselen.
2. Wanneer de werknemers belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen
De ondernemingen voor de handel in bouwmaterialen moeten aan het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf de toestemming vragen en verkrijgen voor het tewerkstellen van arbeiders op zaterdagen ³.
3. Wanneer de onderneming op het ogenblik van de toekenning van de rustdagen gewoonlijk een periode van intense activiteit kent.
Een klassiek voorbeeld zijn installateurs van centrale verwarming die tijdens de eindejaarsperiode een herstelling doen.
Deze voorwaarde geldt enkel en alleen voor de rustdagen toegekend bij cao, zijnde de laatste 6 rustdagen van het kalenderjaar. Deze uitzondering wordt immers niet vermeld in het KB nr. 213, maar wordt wel telkens opgenomen in de cao.
In ieder geval kan werken tijdens inhaalrustdagen nooit gerechtvaardigd worden omdat een uitvoeringstermijn moet nageleefd worden.
Verplichte inhaalrust
De werknemers die gedurende de rustdagen werden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Deze inhaalrustdagen moeten binnen een welbepaalde periode worden toegekend.
- Voor de werkzaamheden die vermeld zijn onder de nummers 1 ° en 2° hierboven, moet de inhaalrust binnen 6 weken worden toegestaan.
- Voor de arbeidsprestaties onder 3°, moet de inhaalrust binnen 7 maanden worden toegekend.
Arbeiders die nog recht hebben op inhaalrust, moeten deze inhaalrust eerst opnemen alvorens zij tijdelijk werkloos kunnen gesteld worden.
Formaliteiten bij werken tijdens inhaalrustdagen
Wanneer van één van de uitzonderingen op het verbod tot werken tijdens de rustdagen gebruik gemaakt wordt, moet geen toelating bij de sociale inspectie aangevraagd worden. De werkgever beslist op eigen verantwoordelijkheid tot het werken tijdens de rustdagen.
Wél dient er een mededeling te gebeuren aan het Toezicht op de Sociale Wetten van het district waar de werken worden uitgevoerd. Deze mededeling moet indien mogelijk vooraf gebeuren, of uiterlijk 24 uur na het begin van de werkzaamheden.
Ga naar het overzicht "Externe directies Toezicht op de Sociale Wetten"
Sancties
De sanctie voor de overtreding van het verbod van tewerkstelling tijdens de rustdagen is een sanctie van niveau 2 sociaal strafwetboek: een strafrechtelijke geldboete van 400 tot 4.000 euro of een administratieve geldboete van 200 tot 2.000 euro te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers.
¹ KB nr. 213 van 26 september 1983
² Artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971
³ Cao van 30 juni 1980
Vragen hierover en lid van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen?
Neem dan contact met ons op.
Els Van Heck
Manager dienstverlening, belangenbehartiging en personeelsbeleid
09 244 45 03 · 0474 98 92 23
Marie Van Looy
Adviseur ondernemingen
09 244 61 16 · 0476 38 44 70