Ruimte om te wonen en te ondernemen aan banden gelegd
Als meest representatieve beroepsorganisatie voor de bouwsector met ruim 3.000 leden in Oost-Vlaanderen, hebben wij akte genomen van het ontwerp beleidsplan ruimte 2050 voor de provincie Oost-Vlaanderen. Wij delen de grote ongerustheid van onze leden en sluiten ons aan bij het protest van heel wat lokale burgemeesters.
Wij maken ons bijzonder grote zorgen over het feit dat op een totaal van 50.000 hectare (of 500 vierkante kilometer) woongebied daarin 19.000 hectare buiten de kernen onbeschikbaar voor wonen wordt gemaakt. Daardoor dooft het wonen in het landelijk gebied uit.
Ook in heel wat dorpskernen mogen er geen woningen bijkomen. In verschillende bestaande woongebieden gaat het de facto om een woonstop of verdwijnen bestaande woningen in ruil voor natuurcompensatie. Wij vrezen voor onteigeningen en grote rechtsonzekerheid. Dat is niet enkel nefast voor particulieren maar ook voor opdrachtgevers van bouwprojecten, vastgoedontwikkelaars en bouwbedrijven. Vergunningstrajecten worden door dit plan enkel ingewikkelder.
Vandaag moeten we als sector vaststellen dat bouwprojecten al vertraging oplopen omwille van complexe en tijdrovende procedures met extra kosten voor kandidaat (ver-) bouwers als gevolg. Daardoor komt de betaalbaarheid van een woning zwaar onder druk te staan. Dit staat haaks op de visie van het Vlaamse woonbeleid dat precies de ambitie heeft om wonen kwalitatief en betaalbaar te houden voor iedereen.
Vandaag kan het aanbod de vraag al niet volgen. Zo voorspelt het Federaal Planbureau dat tegen 2050 het aantal huishoudens in de provincie Oost-Vlaanderen zal stijgen met 137.000
Dit beleidsplan creëert bovendien extra rechtsonzekerheid aangezien er uiteindelijk op drie verschillende niveaus - Vlaams, provinciaal en gemeentelijk - visies inzake de (goede) ruimtelijke ordening worden ontwikkeld waardoor er wel altijd een element kan gevonden worden om een vergunning te weigeren.
Het risico is bovendien groot dat bepaalde lokale besturen de regels op het vlak van ruimtelijke ordening nog strenger zullen beoordelen dan het provinciale niveau wat de procedure tot het verkrijgen van een vergunning andermaal dreigt te vertragen of zelfs te blokkeren met bouwpauzes en bouwstops als gevolg.
Het spreekt voor zich dat dergelijke beleidsmatige ontwikkelingen, de complexiteit om een vergunning te bekomen, de hoge administratieve lasten en kosten, het gebrek aan transparantie en duidelijke regelgeving de groei van onze sector zwaar hypothekeren
Zware hypotheek op bouwsector
Het spreekt voor zich dat dergelijke beleidsmatige ontwikkelingen, de complexiteit om een vergunning te bekomen, de hoge administratieve lasten en kosten, het gebrek aan transparantie en duidelijke regelgeving de groei van onze sector zwaar hypothekeren. De bouwsector zorgt als motor van onze economie voor welvaart, welzijn en tewerkstelling. Zonder de bouw en voldoende ruimte is er geen plek om te leven en te werken. Om de economische kracht van onze regio te beschermen en alle maatschappelijke uitdagingen te vrijwaren heeft onze sector nood aan een realistisch perspectief.
Vandaag kan het aanbod de vraag al niet volgen. Zo voorspelt het Federaal Planbureau dat tegen 2050 het aantal huishoudens in de provincie Oost-Vlaanderen zal stijgen met 137.000. De toekomstplannen van de provincie, in afwachting van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, zullen ervoor zorgen dat op heel wat plaatsen het wonen onbetaalbaar wordt gemaakt. Het beperken van ruimte voor wonen jaagt alle woningprijzen immers de hoogte in. Niet alleen van nieuwbouw.
Het plan beoogt een sterke groei van de kernen voor woonfuncties, maar ook voor bedrijvigheid en tal van andere functies. We maken ons zorgen of hier in de kernen wel voldoende plaats voor is. Verdichten zal bijkomende publieke investeringen vragen. Uit een recente bevraging van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) blijkt dat de financiële gezondheid van steden en gemeenten vandaag reeds zorgwekkend is. Met andere woorden, welke gemeenten zijn bereid hun rol op te nemen om hun kernen te verdichten? Het beleidsplan blijft vaag over hoe verdichting gerealiseerd en gefinancierd zal worden binnen de steden en bovenlokale kernen.
Er is vandaag in Oost-Vlaanderen al een nijpend tekort aan bedrijfsruimte en betaalbare industriegrond. In plaats van die nood aan te pakken, vergroot dit plan het probleem
Nijpend tekort aan bedrijfsruimte
Ook op het vlak van bedrijvigheid zijn we zeer bezorgd dat uitbreidingen en aanpassingen van bedrijven en ondernemingen in de toekomst niet meer mogelijk zullen zijn. Zo’n verlies aan bedrijfsruimte is catastrofaal voor onze economie en is op geen enkele wijze te verantwoorden. Er is vandaag in Oost-Vlaanderen al een nijpend tekort aan bedrijfsruimte en betaalbare industriegrond. In plaats van die nood aan te pakken, vergroot dit plan het probleem. Dat is voor ons onaanvaardbaar.
Het is ons niet duidelijk welke activiteiten ‘verweefbaar’ zijn of niet, en welke criteria men hanteert om bedrijventerreinen in te delen op basis van potenties. Zo vrezen wij dat de criteria die de verweving van niet-hinderlijke bedrijfsactiviteiten met wonen - zoals wordt voorzien als alternatief voor een vestiging op een bedrijventerrein - tot heel wat klachten en discussies zullen leiden. Dit brengt niet alleen duizenden jobs in gevaar; we verliezen ook onze status van meest ondernemende regio in Vlaanderen.
Een dag na de voorstelling en het protest van de burgemeesters in de Vlaamse Ardennen verwees gedeputeerde van Ruimtelijke Ordening mevrouw An Vervliet het plan terug naar de tekentafel. Wij hadden gehoopt dat het plan zou worden ingetrokken en dat het openbaar onderzoek stopt. Want geen draagkracht, geen plan.
Evenwel moeten wij vaststellen dat het openbaar onderzoek verder blijft lopen. Onze sector vraagt net als de vele Oost-Vlaamse burgemeesters - waarmee we nauw overleg plegen - duidelijkheid en transparante communicatie. Wij vragen aan de deputatie en de administratie om na het openbaar onderzoek ten volle rekening te houden met alle bezwaarschriften en voldoende tijd en overleg met alle betrokken actoren te voorzien om het plan grondig bij te sturen.
Zoals de tekst nu op tafel ligt, kunnen wij dit provinciaal ruimtelijke beleidsplan niet aanvaarden.
» Lees ook: Burgemeesters waarschuwen voor provinciaal ruimtelijk plan