Motivering bij overheidsopdrachten

Bij overheidsopdrachten heeft een openbaar bestuur een plicht om haar beslissingen te motiveren en de kandidaten of inschrijvers hierover te informeren. 

Principe

De aanbesteder is verplicht om de kandidaten of inschrijvers individueel in te lichten over de beslissingen die genomen worden tijdens de procedure voor de plaatsing van de opdracht en/of de motieven daarvoor conform de Wet van 17 juni 2013 inzake de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen bij overheidsopdrachten (hierna “Wet Rechtsberscherming”).

• Voor de opdrachten waarvan de goed te keuren uitgave het bedrag van 143.000* euro overschrijdt, moet de aanbesteder de beslissing en de redenen daarvoor ambtshalve en tegelijkertijd meedelen aan de kandidaten of inschrijvers, en dat ongeacht de plaatsingsprocedure. 

  Voor die opdrachten moeten de aannemers dus geen aanvullende informatie aan de aanbesteder vragen, aangezien zij hen deze uit eigen beweging moet meedelen (artikel 29, § 1 Wet Rechtsbescherming).

   

• Voor de opdrachten van minder dan 143.000* euro in de klassieke sectoren en van minder dan 443.000* euro in de speciale sectoren worden de motieven voor de beslissing alleen meegedeeld op schriftelijk verzoek van de betrokken aannemers, en dat ongeacht de plaatsingsprocedure. Voor deze opdrachten geldt een "beperkt" rechtsbeschermingsstelsel (cfr infra).

  Tenzij de aanbesteder dit vrijwillig doet, deelt hij de genomen beslissing en de motieven daarvoor niet gelijktijdig mee aan de betrokken kandidaat of inschrijver, maar worden hem de motieven voor de beslissing enkel op zijn verzoek bezorgd.

  Uitzondering: Opdrachten tot stand gekomen met een aangenomen factuur in de zin van artikel 92 Wet Overheidsopdrachten 17 juni 2016, t.t.z., de opdrachten waarvan het goed te keuren bedrag niet hoger ligt dan 30.000 €. Deze opdrachten zijn uitgesloten van dit “beperkt” rechtsbeschermingsstelsel.

*Bedragen op 1 januari 2024. Deze bedragen kunnen worden herzien.