Het Aalterse bouwbedrijf Van Tornhaut is hoofdzakelijk in Oost- en West-Vlaanderen actief en maakt, samen met een vijftiental andere bouwbedrijven, deel uit van de VT-Invest Group. ‘De groep telt onder andere drie industriebouwers, enkele bedrijven actief in stut- en schoringswerken en twee prefab betonfabrieken, maar Van Tornhaut en Van De Walle IBC zullen zowat de bekendste namen zijn,’ legt CFO Kristof De Brouwer uit, die oorspronkelijk voor de residentiële bouwafdeling van Van De Walle IBC werkte.
Hoe is die samensmelting tot stand gekomen?
De Groeve: ‘Van De Walle IBC was voornamelijk gekend als industriebouwer. Met die activiteit hebben zij een doorstart kunnen maken, terwijl hun afdeling residentiële bouw bij Van Tornhaut kwam.’
Was zo’n fusie evident?
De Groeve: ‘We hebben nooit gezegd: “Wij nemen jullie over, dus vanaf nu moeten jullie naar ons luisteren.” Integendeel, we hebben het beste van de werelden samengevoegd en daardoor als bedrijf een serieuze sprong vooruit gemaakt.’
De Brouwer: ‘Zo goed als verdubbeld, zeg maar.’
Heeft die overname iets betekend voor de activiteiten waar Van Tornhaut in actief is?
De Groeve: ‘Voor die overname was Van Tornhaut vooral actief in de openbare sector en met eigen projecten, terwijl Van De Walle IBC eerder op de private markt te vinden was. De eerste jaren sinds de overname deden we vooral appartementsgebouwen, zowel ruwbouw als afwerking. Maar door de crisis en de oorlog in Oekraïne is dat segment serieus afgekoeld. Onze huidige opdrachten zitten in de kantoorbouw.’
De Brouwer: ‘We hebben onlangs ook een rusthuis opgeleverd, maar het gaat inderdaad meer richting utiliteitsbouw.’
De Groeve: Mede door de inkrimpende markt voor projectontwikkelaars zijn we ons toch weer meer richting openbare werken gaan wenden, zoals we met Van Tornhaut al deden voor de overname van Van De Walle. Om een idee te geven: vandaag zijn er drie openbare werken in uitvoering. Het is niet onze core business, maar we zetten er wel meer op in.’
Heel wat bouwbedrijven laten hun jonge projectleiders heel snel los. Bij ons staan ze er de eerste vijf tot zeven jaar nooit alleen voor

Hr-award
In december 2024 werd jullie hr-aanpak bekroond met een hr-award op de Belgian Construction Awards. Waarom hadden jullie zich voor die categorie ingeschreven?
De Groeve: ‘Een mooi bouwproject indienen kon ook, maar voor ons paste die hr-award wel. Dit verhaal is zo’n drie jaar geleden begonnen toen we uitgeroepen werden tot Great Place to Work en een jaar later zelfs tot Best Workplac. Deze derde hr-award bewijst dat we niet zomaar wat doen. Samen met Kristof heb ik een opleiding gevolgd rond het menselijke aspect binnen een bedrijfsomgeving. Hoe je mensen kan motiveren, meetrekken in een verhaal. Kristof en ik hebben die handvaten gebruikt om zo’n verhaal te introduceren binnen Van Tornhaut, gekoppeld aan verschillende doelstellingen.’
Wat waren zo’n doelstellingen?
De Groeve: ‘Een van de doelstellingen was om te groeien als bedrijf, maar tegelijkertijd erover te waken dat het familiale karakter van de firma behouden blijft én we niet minder zouden gaan verdienen. Dat was onze uitdaging.’
De Brouwer: ‘Met een groep van ongeveer tien medewerkers hebben we hieraan gewerkt. Vervolgens hebben we ook onze medewerkers erbij betrokken, aangezien dit ook een rechtstreekse invloed op hen heeft.’
De Groeve: ‘Dat we wilden groeien kwam mede omdat we heel veel jong potentieel in het bedrijf hadden. Die wilden we een carrièrepad binnen onze firma aanbieden. Om onze mensen te laten groeien in hun job en door te laten groeien naar een hogere functie, wanneer ze tonen de capaciteiten te hebben.’
Heb je een concreet voorbeeld van hoe jullie hr-aanpak verschilt van een doorsnee ander bouwbedrijf?
De Groeve: ‘Wij zetten heel hard in op de juiste competenties. Wanneer een jonge ingenieur bij ons solliciteert voor een job als projectleider, dan gebeurt het soms dat wij die eerder voor een inhouse functie zien zoals calculator of studiedienst. En is het dan toch voor projectleiding, dan zal die heel intensief begeleid worden. Heel wat andere bouwbedrijven laten hun jonge projectleiders heel snel los, met alle gevolgen van dien. Bij ons staan ze er de eerste vijf tot zeven jaar nooit alleen voor.’
De Brouwer: ‘Wat misschien ook atypisch is dat wij de werven zeer frequent en van dichtbij opvolgen. Ik neem daarbij de meer complexe projecten voor mijn rekening, die extra aandacht vereisen.’
Die bereikbaarheid en betrokkenheid zullen de werknemers wellicht zeer kunnen smaken.
De Brouwer: ‘Sowieso zijn wij heel bereikbaar. Op vrijdag komen de arbeiders al snel eens binnen om wat administratie te regelen bijvoorbeeld. Wij voorzien dan ook een drankje. Wij zitten daar met plezier bij.’ (lacht)
Hebben die hr-awards een effect op jullie aantrekkelijkheid als werkgever?
De Groeve: ‘Enigszins wel, ja. Voor onze bediendefuncties heeft dat wel meegespeeld. Voor de arbeidersfuncties blijft de instroom moeilijk.’
De Brouwer: ‘Voor arbeiders verwachten we zelfs geen relevante ervaring of vooropleiding. De juiste mindset om te willen leren en goesting hebben, is voor ons genoeg. Gelukkig kennen we niet veel verloop. We hebben een heel trouwe en hechte équipe.’