Overslaan en naar de inhoud gaan

Renovatieplicht voor niet-residentiële gebouwen

Renovatieplicht voor niet-residentiële gebouwen

De Vlaamse regering heeft op vrijdag 7 mei de invoering van een renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen principieel goedgekeurd. De Vlaamse Confederatie Bouw juicht deze beslissing toe: 'We hebben er steeds voor gepleit om gebruik te maken van het overdrachtsmoment van het gebouw om energetische renovaties sterk aan te moedigen.'

Om de klimaatvoetafdruk van niet-residentiële gebouwen te reduceren, bepaalt het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 dat die uiterlijk vijf jaar na een notariële overdracht in volle eigendom grondig energetisch gerenoveerd moeten worden. Op vrijdag 7 mei heeft de Vlaamse regering de invoering van een renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen principieel goedgekeurd. De Vlaamse Confederatie Bouw ondersteunt de maatregelen om het niet-residentiële gebouwenpark versneld energie-efficiënt te maken door een renovatieverplichting in te voeren.

Directeur-generaal Marc Dillen: 'Als Vlaamse Confederatie Bouw hebben we er steeds voor gepleit om gebruik te maken van het overdrachtsmoment van het gebouw om energetische renovaties sterk aan te moedigen. Het is het beste moment om de energiehuishouding onder de loep te nemen en aan te pakken door de koper. Heel wat niet-residentiële gebouwen zijn nog onvoldoende toekomstbestendig. Het is dan ook belangrijk dat de kandidaat-kopers goed nagaan in welke energetische staat het niet-residentieel gebouw zich bevindt en de noodzakelijke bijkomende kosten voor deze energetische renovaties incalculeren. Door een renovatieplicht in te voeren, worden heel wat niet-residentiële gebouwen op korte en middellange termijn energie-efficiënt gemaakt.'

Door een renovatieplicht in te voeren, worden heel wat niet-residentiële gebouwen op korte en middellange termijn energie-efficiënt gemaakt

De Vlaamse regering bepaalt dat, vanaf 1 januari 2022, binnen de vijf jaar na overdracht van een niet-residentieel gebouw, minstens vier energetische verbeteringen moeten uitgevoerd worden. Het gaat om dakisolatie, beglazing, warmte-opwekkers en koelinstallaties. In een latere fase zal de koppeling met het EPC-niet-residentieel gelegd worden

De belangrijkste soorten gebouwen die onder het toepassingsgebied zullen vallen zijn kantoren, handelszaken, horecazaken, scholen, zorginstellingen en overheidsgebouwen. Niet-residentiële gebouwen die geklasseerd zijn als beschermd monument, deel uitmaken van een beschermd cultuurhistorisch landschap, stads- of dorpsgezicht of voorkomen op de inventaris van bouwkundig erfgoed, worden vrijgesteld van de eis op dakisolatie en beglazing. Wel moeten ze voldoen aan de vervanging van opwekkers voor ruimteverwarming en koelinstallaties. 

Een logische benadering, vindt de Vlaamse Confederatie Bouw: 'Voor beschermde monumenten is het vaak technisch moeilijk of zelfs onmogelijk om de gebouwschil aan te pakken. De kosten-baten van een energetische renovatie van beschermd erfgoed zijn in vele gevallen onevenredig. De financiële impact voor de huidige en toekomstige eigenaars om ook te moeten voldoen aan dezelfde renovatieverplichtingen zou te groot geweest zijn. We zijn dan ook tevreden dat deze gebouwtypen niet aan dezelfde renovatieverplichtingen moeten voldoen,' besluit Dillen.