Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkgevers ontvangen compensatie voor gelijkstelling werkloosheid overmacht voor jaarlijkse vakantie

Vakantie

De sociale partners hebben een compensatieregeling overeengekomen die inmiddels bij wet is bekrachtigd.

Werknemers die in 2020 tijdelijk werkloos zijn geweest wegens overmacht corona ondervinden hiervan geen nadeel wat betreft hun vakantierechten in 2021. Deze werkloosheidsdagen zijn immers gelijkgesteld voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld en het aantal vakantiedagen. Nadat eerdere koninklijke besluiten de gelijkstelling tot en met 31 augustus 2020 hadden geregeld, is in de eindejaarsperiode een bijkomend besluit gepubliceerd dat de gelijkstelling verlengd tot en met 31 december 2020 (KB van 22 december 2020, gepubliceerd in het Staatsblad van 31 december 2020).

93,6

Voor de compensatie is een globaal budget uitgetrokken van 93,6 miljoen euro

Gezien de gelijkstelling een meerkost betekent voor de werkgever wat de bedienden betreft, zijn de sociale partners een compensatieregeling overeengekomen die intussen bij wet bekrachtigd is (wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, gepubliceerd in het Staatsblad van 30 december 2020).

Concreet zullen de bedrijven die in het 2e kwartaal 2020 af te rekenen hadden met gemiddeld minstens 10% tijdelijke werkloosheid corona voor hun bedienden, een compensatie ontvangen van de RSZ in het 2e kwartaal 2021 (krediet dat in mindering zal komen van de verschuldigde bijdragen voor het 2e kwartaal 2021 of volgende kwartalen).

Voor de compensatie is een globaal budget uitgetrokken (93,6 miljoen euro). De RSZ zal voor elke betrokken werkgever het relatieve aandeel berekenen op basis van de in wet vastgelegde verdeelsleutel.

Vakantiefondsen

Hoeveel de compensatie precies zal bedragen is een heel complexe berekening. Per werkgever gebeurt een berekening in functie van het gemiddeld percentage corona-werkloosheid in het 2e kwartaal 2020 bij de bedienden en van de som van de prestatiebreuken van de bedienden (aantal dagen corona-werkloosheid ten opzichte van de normaal te presteren dagen) in het 2e, 3e en 4e kwartaal 2020.

Het resultaat van de betrokken werkgever wordt dan afgezet tegen het resultaat van alle ondernemingen samen om zijn aandeel te bepalen. Het is bijgevolg niet mogelijk om zelf de berekening te maken, gezien de gegevens van alle ondernemingen nodig zijn.

Bij de arbeiders ligt de meerkost bij de vakantiefondsen. Eenzelfde budget als voor de bedienden is vastgelegd om op hun niveau de gelijkstelling mee te financieren.