Werken met de handen, gevarieerd werk, de kans om bij te leren, jobzekerheid en beroepsfierheid zijn de 5 belangrijkste elementen waarom een bouwvakker kiest voor de sector. Dat blijkt uit onderzoek van Constructiv, de dienstverlenende organisatie van werkgeversorganisaties en vakbonden uit de bouw, waaraan 1.807 bouwarbeiders hebben deelgenomen.
96% van de jongeren in een alternerend traject geeft aan te willen werken in de bouwsector
De sociale partners van de bouw hebben zich ambitieuze doelstellingen gesteld. Tegen 2030 moet het aantal leerlingen in de bouwopleidingen met 20% toenemen, de doorstroom naar de sector met 20% groeien en de uitstroom met 20% afnemen. Daarom werd er binnen het kader van Constructiv een grootschalig onderzoek georganiseerd naar de motieven om in de bouw te werken om op die manier een strategie te ontwikkelen om die doelstellingen te bereiken.
'We moeten dringend in actie schieten, want de sector kampt nu al met een tekort aan arbeidskrachten', weet Niko Demeester, directeur-generaal van de Confederatie Bouw. 'Daarom moeten we de sterke punten van de bouw, zoals die uit dit onderzoek zijn gebleken, veel meer in de verf zetten.'
Nog meer inzetten op duaal leren
Arbeiders die kiezen voor de bouw doen dat vooral omdat het om handenwerk gaat, het gevarieerde arbeid betreft, er veel kansen zijn om bij te leren, de werkzekerheid hoog ligt en er fierheid kan getoond worden; men bouwt immers iets dat er een hele tijd blijft staan. Dat blijkt uit onderzoek waaraan 1.807 bouwvakarbeiders hebben deelgenomen. Verder geeft dit onderzoek aan dat de bouw een bewuste keuze is om in te gaan werken. Het is dus allesbehalve een laatste optie. Tot slot blijft men in de bouw aan de slag omwille van het goed loon, het vast contract en de goede werksfeer. Dat zijn volgens de Confederatie Bouw allemaal troeven om duidelijk uit te spelen, samen met het feit dat de sector sterk aan het evolueren is en dankzij onder meer digitalisering veiliger, minder zwaar en minder vuil wordt.
Eveneens opvallend is dat de meeste instromers dat doen via een informeel kanaal: 29% via hun vrienden en 22% via familie, tegenover 12% via uitzendkantoren, 10% via scholen en 10% via arbeidsbemiddelaars zoals de VDAB. Indien ze ervaring hebben, hebben ze die vooral opgedaan in de horeca (17%), de elektriciteitssector (12%) en de metaalsector (11%). Tot slot zien we dat jongeren in een alternerend traject een zekerheid zijn voor de bouwsector: 96% van de jongeren geeft aan te willen werken in de bouwsector. 'Daarom is het beleidsmatig nodig om nog veel meer in te zetten op duaal leren', aldus de Confederatie Bouw.
Bron: persbericht Confederatie Bouw
Afbeelding: Thirdman / Pexels